Op dit moment zijn heel erg veel mensen zich aan het voorbereiden op de vakantie. Jij ook? Ik wel in ieder geval. Wij gaan dit jaar op vakantie in eigen land. In een huisje, vlak aan zee. Even de straat over en je staat op het strand. Heerlijk!
Een tijdje geleden was ik op een camping, toen onze kinderen nog kleiner waren. Ik zag een vrouw met haar gezin. Ze hadden een heerlijke glamping-tent gehuurd. Je weet wel: zo’n kant-en-klare tent die al helemaal ingericht voor je klaarstaat op het moment dat je aankomt. Ideaal! Zo kun je toch echt op een camping staan in een echte tent (is zo leuk voor de kinderen) en je slaapt ook in een fatsoenlijk bed. En je hebt je eigen toilet en douche. Zo heb je het beste van beide kanten.
Deze tent stond langs het pad dat ik liep als ik naar het winkeltje of het zwembad wilde. Ik kwam er een paar keer per dag langs. En iedere keer zat deze vrouw er half aanwezig bij. Ze straalde niet. Ze leek ongelukkig en ze leek me wat lusteloos. Ik had het idee dat deze vrouw daar niet wilde zijn op dat moment. Niet echt diep van binnen in haar hart.
En weet je wat nu het ergste was? Ik herkende mijzelf in deze vrouw. Ik wilde ook niet echt op die camping zijn. Maar ja, de kinderen hè. Daar doe je het voor. En voor je partner. Kan hij weer eens lekker in de heuvels rondjes fietsen. Dat is niet te vergelijken met het vlakke Nederland. Op dat moment keek ik eens diep in mijn eigen hart. Wat wilde ik nu eigenlijk wel?
Ik wilde thuis zijn. Gewoon thuis. Zonder al die druk van we-zijn-nu-op-vakantie-dus-het-moet-leuk-zijn. Waar ik gewoon mezelf kon zijn. Lekker in huis aanrommelen, zonder al dat gevlieg die de rest van het jaar mijn dag dicteerde. Iedereen had het naar z’n zin. Maar ik ab-so-luut niet.
Wat was er toch aan de hand? Ik mocht niet klagen. Geld genoeg voor alle noodzakelijke dingen. Allebei werk. Vier gezonde kinderen. Een mooi huis met alles erop en eraan. Een goede auto. De kinderen gingen drie keer per week naar de voor- en naschoolse opvang. Zodat mijn partner en ik beiden een dag in de week thuis voor de kinderen konden zorgen. We hadden alles geregeld.
Maar toch was er die leegte. Die alles omvattende leegte. Ik had gelukkig moeten zijn, maar ik was het niet. Ik rende iedere dag voor mijn kinderen, mijn partner, mijn werk. En ik MOEST ook nog ontspannen en leuke dingen doen voor mijzelf. Want ik respecteerde mijzelf toch? Ik hield toch van mijzelf? Je kunt pas van een ander houden, als je eerst van jezelf houdt, is de overbekende leus. En ik hield toen echt heel erg veel van mezelf. Waarom was alles zo leeg? En zo zinloos?
Ik kon er toen niet bij. Inmiddels weet ik wat er mis was. Ik rende zo hard voor iedereen, dat ik mezelf vergat. Ik kon niet even gaan zitten, zonder dat er een paar kinderen op me af renden en begonnen te roepen en te vragen. Als ik in de ochtend wakker werd, werd ik geroepen voordat ik mijn ogen had geopend. Als ik jarig was, ging mijn partner de deur uit zonder mij te feliciteren of wat dan ook. En het geld dat ik voor mijn verjaardag kreeg, gaf ik uit aan cadeaus voor mijn kinderen. Want zij waren de dag erna en de dag daarna jarig.
Mijn identiteit lag in mijn rollen. Ik was moeder. En partner. Daarnaast nog werknemer. Hulp op school. Vriendin voor andere moeders. Dochter voor mijn ouders en schoonouders. Zus. Maar wie was ik nu echt?
Omdat ik mijzelf toen niet kende, wilde ik ook helemaal niet op vakantie. Want als je weggaat uit de dagelijkse sleur word je geconfronteerd met de last die je met je meedraagt. Met de leegte. Het verdriet dat je jezelf bent kwijtgeraakt. En ik denk dat deze moeder zich precies zo voelde.
Ik heb haar nooit gesproken, die moeder, die zo helder in mijn geheugen staat. Het is het beeld dat mij is bijgebleven. En het gevoel dat ik op dat moment had over mijn eigen leven. Ik was mezelf kwijt.
Herken je je in dit beeld? Neem dan contact met me op. Je mag me altijd mailen.