Gedurende onze kinderjaren leren we maskers te maken en deze op te zetten. Dat doen we geheel onbewust en automatisch. Misschien herinner je je nog wel een moment waarop je als kind besloot: dit nooit weer. Ikzelf wel. Mijn broer haakte vaak pootje, zoals je dat noemt. Dan stond hij achter een deuropening en zodra ik langsliep, stak hij zijn been uit zodat ik zou struikelen. En lachen dat hij dan deed als ik was gevallen…..
Als reactie hierop heb ik mezelf aangeleerd om op een speciale manier te lopen. Als ik dan zijn been voelde, kon ik daar soepel overheen stappen zonder te vallen. Ik was te vaak gevallen en dat is niet leuk. Vooral niet als je dan ook nog wordt uitgelachen zodra je op de grond ligt.
Je past je aan, zet een masker op
Zo pas je je gedrag aan, op die manier bescherm je jezelf tegen pijn, mentaal of fysiek. Je gaat een je manier van leven aanpassen uit angst dat deze gebeurtenis je nog eens zal overkomen. Jij hebt vast ook wel zo’n herinnering.
Je weet wel dat het toen goed was. Je had deze strategie nodig! Het is heel knap van je dat je destijds zo flexibel was dat je je kon aanpassen. Maar vandaag de dag is die aanpassing misschien wel eerder een hinder dan dat je er nog profijt van hebt.
Zo leer je je aan te passen aan het leven dat je hier leidt. Je leert om dankjewel te zeggen als je van de slager een plakje worst krijgt en dat als je je woede inslikt, mensen niet boos op je worden. Je leert hoe een braaf en goed meisje zich dient te gedragen. Zo buig je mee met de levenslessen die je krijgt aangereikt.
En dus nu als je buurvrouw je vraagt hoe het met je gaat, zeg je: “Goed”. En je glimlacht erbij. Ook al voel je je misschien wel ontzettend boos of verdrietig. Je bent beleefd en houdt daarmee afstand tot je echte gevoelens. En daar heb je weer een van je maskers.
Tijdens mijn opleiding tot hulpverlener kregen we een keer een oefening: We moesten rondlopen en net doen alsof we op een receptie waren. Als iemand je groette, knikte je beleefd terug en als iemand je vroeg hoe het ging, zei je: “Goed”. Na 10 minuten vroeg de opleider hoe we ons voelden. Zonder uitzondering voelden we ons allemaal erg eenzaam. Afgesloten van de anderen.
Feestje, ook daar een van je maskers
Kun jij je nog een feestje herinneren waar je absoluut geen zin in had? Waar je naartoe ging en je ook zo afstandelijk, beleefd en beschaafd opstelde? En ga eens na bij jezelf: hoe voelde je je daar? Voelde jij je gezien? Of verdrietig, eenzaam of boos?
En hoe zou je je graag voelen als je samen zou zijn met iemand die je kunt vertrouwen? Gezien? Gehoord? Geaccepteerd?
Je hebt erg veel lef nodig om dat te bereiken. Bij sommige mensen gaat dat automatisch. Als het goed is, heb je dat gevoel ook met je partner. Bij die ene persoon bij wie je helemaal jezelf kunt zijn. Jarenlang heb ik niet zo iemand gehad. Geen partner die ik op dat vlak kon vertrouwen. En ook geen vriendinnen bij wie ik me zo veilig kon voelen.
Dat lag niet aan die vriendinnen, en ook niet helemaal aan mijn partner. Dat lag voornamelijk aan mijzelf. En gaandeweg heb ik ontdekt hoe ik dat kan veranderen. Hoe ik mij met mijn hart kan verbinden aan de ander. Aan de wereld.
Ben je nieuwsgierig geworden? Je mag me altijd mailen. Groetjes en een fijne dag verder.