Wat heb ik nodig?
Het is een belangrijke vraag: Wat heb ik nodig? Weet jij wat je nodig hebt? Echt, heel diep van binnen? Nou, ik kan je vertellen dat ik het lang niet altijd weet, nog steeds niet. Ik weet heel vaak niet echt wat ik nodig heb.
Een aantal jaren geleden rende ik nog iedere dag voor mijn kinderen en mijn man. Ik reed iedere dag wel 50 km in de auto van school direct door naar les naar les. En voelde me de hele tijd alleen. Ik gaf. En daarmee plaatste ik de kinderen voorop. Zoals zo ontzettend veel moeders doen. Je kinderen gaan immers altijd voor. En ook je man gaat altijd voor. Want hij brengt het grote geld binnen. Het geld waarvan jij kunt leven zoals je leeft. Het geld dat de auto betaalt, en het huis. De lessen en spullen voor je kinderen. Dus ook je man gaat voor.
Wie ben ik nog?
Tot ik op een gegeven moment tot de vraag kwam: wie ben ik nog? Ik werd eigenlijk nooit meer aangesproken met mijn eigen naam: Jacqueline. Ik was mama, ik was schat. Maar niet meer Jacqueline. Met mijn vriendinnen sprak ik nog wel vaak af, maar dan was het ook direct een speelafspraak voor onze kinderen. Zo konden zij ook direct gezellig samen spelen. En die vriendinnen waren, net als ik, vooral moeder en echtgenote. Ik noemde hen niet bij hun naam, en zij mij ook niet. En weet je nou wat het gekke hiervan is? Ik weet niet eens meer hoe we elkaar dan wel noemden. We zeiden gewoon iets als “hallo.” “Wil jij thee? Koekje erbij of ben je aan het lijnen?”
Voor mijn gevoel was ik mijn identiteit helemaal kwijt. Ik was niemand meer. Ja, nog wel iemand in relatie tot de mensen om me heen. Ik vervulde een heleboel rollen. En alles wat deze rollen nodig hadden, daarin was ik ruimschoots voorzien. Ik had een auto, een huis. Genoeg te eten en te drinken. Ik had mijn gezondheid en daarnaast ook genoeg energie.
Maar wat ik ook deed om deze tijd te overleven: Ik zette mezelf uit. Ik koppelde mijzelf los van mijn eigen verlangens, had enkel bestaansrecht om de leden van mijn gezin. En daarmee wist ik dus ook niet meer wie ik nog was. Heel diep van binnen.
Mijn tanks van liefde
Omdat ik mijzelf zo wegcijferde, raakte ik steeds verder van mijzelf verwijderd en daarmee zette ik mijn kaken op elkaar en ging maar door. Het gaf niet dat niemand mij zag. Want mijn tijd zou nog wel komen. Ik kon gewoon doorgaan. Ook al werd ik vaak ’s ochtends wakker, en nog voordat ik mijn ogen had geopend, was ik al weer moe. Ik werd wakker geroepen en moest meteen gaan rennen. Zonder na te kunnen denken over wat ik nodig had. Want zij hadden mij nodig. Ik gaf en ik gaf en ik gaf.
Dus ik zorgde ervoor dat de kinderen op tijd op school kwamen, dat mijn man alles had wat hij nodig had om op tijd op zijn werk te zijn. Dat het leuk en gezellig was. Iedere dag nam ik mij voor om niet zo moe te zijn, om niet zo te schreeuwen tegen mijn kinderen als het me weer eens teveel was geworden. En iedere dag mislukte dat volledig. Ik had niet eens meer genoeg wilskracht, vond ik zelf.
Wat ik toen niet wist, en nu wel weet, is dat de verschillende tanks van liefde diep in het rood stonden. Ik was zo ver verwijderd van mijn eigen verlangens, dat ik dat niet eens meer doorhad. Ondertussen waren er maanden waarop ik op maandagochtend tegen de kinderen zei: “Geef je vader maar een dikke knuffel, want hij is pas donderdag weer thuis om even mee te eten.” Ik deed het helemaal alleen. En ik buffelde maar door en door.
Dat ik ongelukkig was, wist ik wel. Wat ik niet wist, was dat ik troost nodig had. Gewoon een knuffel van iemand die mij diep in de ogen zou kijken en zou zeggen: “Ik zie je.” Ik voelde me alleen maar falen. Ik was geen perfecte echtgenote, en ik was een vreselijke moeder. En het zou niet lang meer duren, of ik was failliet.
Het antwoord
Uiteindelijk heb ik toen hulp gekregen. In de vorm van professionele hulp. En die hulp was voor mij een begin van een hele lange en zware weg. Ik heb sindsdien 15 professionele hulpverleners gehad, werkend vanuit verschillende disciplines binnen de psychologie. Jarenlang heb ik gezocht naar manieren om sterker te worden. En dat is mij gelukt. Ik ben een heel stuk sterker geworden. Tegenwoordig weet ik wie ik ben. Vandaag de dag kan ik naar mijn partner lopen en vragen om een knuffel. Gewoon tegen hem zeggen dat ik van slag ben, al weet ik niet eens waarom.
Vaak komt het antwoord op de vraag wat ik nodig heb, achteraf. Ik zoek er ook niet te hard naar, want dat geeft alleen maar stress. Meestal heeft het iets met een lege tank te maken. Of met angst. Vandaag de dag zorg ik ervoor dat al mijn tanks gevuld zijn tot een acceptabel niveau. En als dat niet het geval is, zorg ik ervoor dat ze wel gevuld raken. Dan ga ik wat leuks doen met iemand. Of knuffelen met mijn geliefde. Misschien bel ik wel een van mijn kinderen om te vragen hoe het met ze gaat. Ik blijf ten slotte altijd moeder, ook al ziet het moederschap er voor mij nu anders uit dan tien jaar geleden.
Het blijft een proces. Je bent nooit klaar met voelen of ervaren. En daarmee dus ook nooit klaar met groeien. Dat is juist wat het leven mooi maakt. En daar begeleid ik je graag bij. Als theoloog die gespecialiseerd is in de psychologie, wil ik je graag aanreikingen doen die jou helpen een volgende stap te maken. Ben je geïnteresseerd? Mail me dan. Tot gauw!